(Poll, 1956) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze, ten opzichte van soortgenoten, onverdraagzame vis moet paarsgewijs gehouden worden in een bak die is ingericht met stenen, zodat er voldoende holen ontstaan. De vis kan zich daar dan een territorium opbouwen. Eventuele planten worden met rust gelaten.
Deze vis is een alleseter en kan dus afwisselend gevoerd worden. De kweek is bij iets hogere temperaturen vrij eenvoudig. 100 tot maximaal 360 eieren worden in een hol afgezet. De ouders verdedigen het territorium. Deze soort is redelijk gemakkelijk te kruisen met Julidochromis ornatis. De jongen van zo'n kruising zijn dan onvruchtbaar. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|