(Boulenger, 1898) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tamelijk agressieve soort, ook voor soortgenoten, die het
beste als een koppel gehouden kan worden. Het beste is
om 5-7 jonge dieren aan te schaffen en als zich dan een
koppel heeft gevormd, de overige dieren te verwijderen. Ze
kunnen niet met kleinere vissen worden samen gehouden
aangezien die als voedsel worden gezien. Het aquarium
moet ingericht worden met stenen zodat schuilplaatsen en
holen ontstaan. De bodem moet uit fijn zand bestaan.
Eventuele planten worden met rust gelaten. Een
territorium wordt ingericht. In de vrije natuur eten deze vissen uitsluitend kleine vissen. Ze zijn zeer moeilijk over te wennen naar ander levend voer zoals muggenlarven. Droogvoer wordt slechts met zeer grote tegenzin gegeten. De kweek is bij een goed passen koppel niet zo moeilijk. Tot 800 eieren worden in een hol afgezet en bevrucht. Beide ouders verzorgen het legsel en later de jongen. De eieren komen na 3-4 dagen uit, en de jongen zwemmen vrij na nog eens een dag of vier. Ze kunnen de eerste dagen worden gevoerd met Artemia-nauplién. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Cichlids Forever |
|
|||||||||||||||||||||
Synoniemen : Lamprologus elongatus, Lamprologus cunningtoni
nyassae, Lamprologus pleurostigma
|
||||||||||||||||||||||
© Copy-right en voorwaarden voor gebruik |