(Eccles, 1973) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze vis is ten opzichte van soortgenoten zeer
onverdraagzaam. Het is dus niet aan te raden om
meerdere mannetjes te houden. Wel moeten op een
mannetje meerdere vrouwtjes worden gehouden zodat de
agressie enigszins verdeeld kan worden. Het aquarium
moet ingericht worden met stenen zodat holen en
schuilplaatsen ontstaan. Planten worden met rust
gelaten dus die kunnen ook ter decoratie worden gebruikt.
Een territorium wordt ingericht. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Nakweek exemplaren nemen ook genoegen met droogvoer en diepvriesvoer. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 35 eieren worden afgezet en door het vrouwtje in de bek genomen. Ze worden dan door het mannetje met behulp van de eivlek-methode bevrucht. Het vrouwtje trekt zich daarna terug tussen de rotsen. De jongen worden na het vrij zwemmen nog gedurende een week door het vrouwtje regelmatig terug in de bek genomen. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Melanochromis johannii, Melanochromis johanni
|
||||||||||||||||||||||
|