(Munro, 1964) |
||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
Een vreedzame scholenvis die veel vrije zwemruimte nodig heeft. In te kleine bakken tonen ze niet hun mooiste kleuren. Ook de watersamenstelling is zeer belangrijk. Een PH 7-8, en een GH < 10.
De vis is een alleseter en stelt het op prijs om af en toe wat extra plantaardig voer te krijgen. Ook droogvoer wordt probleemloos geaccepteerd. De kweek is zeer eenvoudig. De kweekbak moet ingericht worden met javamos. De 100-200 eieren worden met tussenpozen van een aantal dagen daarin afgezet. Na zes dagen komen de eerste jongen uit en dienen de ouderdieren verwijderd te worden. De jongen zijn vrij eenvoudig op te fokken met fijn droogvoer en Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|