(Burgess, 1976) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Redelijk onverdraagzame vis zowel ten opzichte van
soortgenoten als andere soorten. Het aquarium moet dus ruim
opgezet zijn en ingericht worden met stenen zodat veel holen
ontstaan die als schuilplaats kunnen dienen. Een mannetje
moet met meerdere vrouwtjes worden gehouden. De bodem moet
uit fijn zand bestaan. Eventuele planten worden redelijk met
rust gelaten. Het is een alleseter, met een voorkeur voor levend voer. Grote vlokken droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. 40-70 eieren worden afgezet en door het vrouwtje onmiddellijk in de bek genomen. Ze worden bevrucht mbv de eivlekmethode. Na een week of drie worden de jongen vrijgelaten en kunnen ze worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pseudotropheus aurora, Metriaclima aurora,
Pseudotropheus auratus
|
||||||||||||||||||||||
|