(Staeck, 1976) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Een vrij onverdraagzame vis zowel voor soortgenoten als voor andere vissen. Een mannetje moet met meerdere vrouwtjes worden samengehouden. Het aquarium moet worden ingericht met stenen, zodat holen ontstaan. Voor beplanting komen alleen maar harde, sterke planten in aanmerking.
Het zijn alleseters met een voorkeur voor levend voer en algen. Als er niet voldoende plantaardige kost gevonden wordt, worden planten gegeten. De kweek is redelijk eenvoudig. De soort behoort tot de muilbroeders. Tot 60 eieren worden afgezet en door het vrouwtje in de bek genomen. Bevruchting vindt plaats met behulp van de eivlek methode. De jongen worden maximaal 8 dagen in de bek gehouden en zwemmen daarna vrij. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Maylandia fainzilberi, Metriaclima fainzilberi
|
||||||||||||||||||||||
|