(Regan, 1922) |
||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Tijdens de broedtijd is houdt deze vis er een groot territorium op na en is dan zeer agressief. Een mannetje moet met meerdere vrouwtjes worden gehouden. Het aquarium moet ingericht worden met stenen zodat holen ontstaan waarin wijfjes met jongen zich kunnen verschuilen. Een zandige bodem wordt op prijs gesteld. Eventuele planten worden over het algemeen met rust gelaten. De vis kan worden samen gehouden met cichliden van gelijke grootte. Kleinere vis wordt als voedsel gezien.
Als voedsel moet krachtig, levend voer worden gegeven in de vorm van kreeft en kleine vis. De kweek is bij de juiste watersamenstelling niet al te moeilijk. De eieren worden na bevruchting door het vrouwtje in de bek genomen en daar verder uitgebroed. Het mannetje kijkt er niet meer naar om. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Jan Bukkems | ||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochromis fuscotaeniatus, Cyrtocara
fuscotaeniata, Cyrtocara fuscotaeniatus
|
||||||||||||||||||||
|