(Regan, 1922) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Ten opzichte van andere soorten die minstens even groot zijn
redelijk vreedzame soort. Ten opzichte van vrouwtjes
zijn de mannetjes zeer agressief. Het is dan ook aan
te raden om een mannetje met meerdere vrouwtjes samen te
houden. Kleinere vissen worden als voedsel gezien.
Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat
schuilplaatsen ontstaan. Aangezien de soort planten
met rust laat kan aan de randen volop met planten
gedecoreerd worden. In het midden moet veel vrije
zwemruimte worden open gelaten. Als voedsel moet groot levend voer (bv regenwormen) worden gegeven. Visvlees en droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 20 eieren worden afgezet en vervolgens door het vrouwtje in de bek genomen. Ze worden daarna met de eivlekmethode door het mannetje bevrucht. Na het uitkomen worden de jongen nog zeker een week intensief door de moeder bewaakt en 's nachts nog in de bek genomen. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Haplochromis polystigma, Cyrtocara polystigma,
Haplochromis polistigma, Haplochromis maculimanus, Cyrtocara
maculimanus, Nimbochromis maculimanus, Haplochromis pardalis,
Cyrtocara pardalis, Nimbochromis pardalis
|
||||||||||||||||||||||
|