(Boulenger, 1906) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tijdens de broedtijd is deze vis nogal agressief ten
opzichte van andere vissen. Aangelegde nesten worden
dan door het mannetje sterk verdedigd. Het aquarium
moet worden ingericht met stenen en wortels zodat
schuilplaatsen ontstaan. Aangezien de vis nogal graaft
en ook planten eet kunnen planten niet als decoratie worden
gebruikt. De bodem moet bestaan uit een dikke laag
fijn zand. Het is een alleseter. Er moet dus voor voldoende variatie in het menu worden gezorgd waarbij plantaardige kost zeker niet mag ontbreken. Diepvries- en droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is vrij eenvoudig. Tot 500 eieren worden in een kratervormig nest afgezet en door het vrouwtje in de bek genomen. De eieren worden bevrucht doordat het vrouwtje aan de genitaalpapil van het mannetje zuigt. Als de jongen 1,5 tot 2 cm groot zijn worden ze door het vrouwtje vrij gelaten. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Kevin Bauman |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Tilapia variabilis, Nyasalapia variabilis,
Sarotherodon variabilis
|
||||||||||||||||||||||
|