(Kanazawa, 1966) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Roofzuchtige vis die ook onderling zeer onverdraagzaam is.
Hij is alleen geschikt voor zeer grote aquaria, dus bv in
dierentuinen. Ze kunnen alleen samen worden gehouden
met even grote vissen aangezien kleinere vissen als voedsel
worden gezien. Het aquarium moet voldoende vrije
zwemruimte in de bovenste waterlagen hebben en voorzien zijn
van dekruiten aangezien het zeer goede springers zijn.
Verder kan het aquarium met harde planten worden
gedecoreerd.
Als voedsel moet levend voer in de vorm van vis worden gegeven. De kweek in het aquarium is een enkele keer in zeer grote aquaria al gelukt. Voor de gewone liefhebber is dit natuurlijk vrijwel onmogelijk. De vis is een muilbroeder. De grote eieren worden door het vrouwtje in de bek genomen en verder uitgebroed. Na 6-8 weken verlaten de jongen de bek. Ze zijn dan reeds ongeveer 9 cm groot. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Yoritaka Honda |
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Osteoglossum ferrerai
|
||||||||||||||||||||||
|