(Boulenger, 1901) |
|||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Een scholenvis die ten opzichte van andere soorten redelijk vreedzaam is. Onder elkaar zijn ze sterk rivaliserend maar het komt nooit tot ernstige ongelukken. Veel vrije zwemruimte is noodzakelijk. Het aquarium moet verder ingericht worden met stenen zodat holen ontstaan.
Het is een alleseter dus er kan voor voldoende variatie gezorgd worden. Het voedsel moet wel klein genoeg zijn, anders wordt het geweigerd. De kweek is niet eenvoudig. De 3-10 eieren worden na het afzetten op een steen door het vrouwtje in de bek genomen. Het vrouwtje moet daarna apart gezet worden. De jongen komen na 30-45 dagen uit de bek en worden daarna ook niet meer terug genomen. In die periode eet het vrouwtje niet. De jongen kunnen worden grootgebracht met Artemia-naupliën. |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Paratilapia nigripinnis, Cyprichromis
nigripinnis, Limnochromis nigripinnis
|
|||||||||||||||||||||||
|