(Boulenger, 1899) |
|||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Een vreedzame scholenvis die niet samen met agressievere dieren gehouden mag worden. De vis wordt dan schuw en laat zich niet meer zien. Deze vis wordt nog al eens in te kleine bakken gehouden. Hij heeft vrij veel zwemruimte nodig en komt dan ook pas echt tot zijn recht. Verder moet de bak ingericht worden met een donkere bodem en niet al te zachte planten, daar er anders van gegeten wordt.
Het is een alleseter met een voorkeur voor zacht plantaardig voer. (jonge scheuten) Ook levend voer wordt graag gegeten. De kweek is vrij eenvoudig. Direct zonlicht zet de vissen paarsgewijs of in de school aan tot het afzetten van eieren. Na 6 dagen komen de jongen uit en zijn groot te brengen met infuus en Artemia-naupliën. |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Micralestes interruptus, Alestopetersius
interruptus, Hemigrammalestes interruptus
|
|||||||||||||||||||||||
|