(Boulenger, 1904) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Levendige, vreedzame scholenvis die heel geschikt is voor
het kleinere gezelschapsaquarium. Ze mogen niet
in het gezelschap van agressieve soorten worden gehouden.
Het aquarium moet aan de randen en achtergrond los worden
beplant met fijnbladerige planten. Wat drijfplanten
doen de kleuren beter tot hun recht komen. Verder moet
het aquarium worden ingericht met wortels en kienhout,
waarbij veel vrije zwemruimte moet worden open gelaten.
Een krachtige stroming wordt zeer op prijs gesteld.
Aangezien het goede springers zijn is een dekruit een
vereiste. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt af en toe ook geaccepteerd. De kweek is niet zo eenvoudig. Het water moet zeer zacht en zuur zijn. De eieren die doorgaans in spleten van wortels worden afgezet zijn nogal gevoelig voor schimmels. Na ongeveer 3 weken komen de jongen uit. Ze kunnen worden groot gebracht met het allerfijnste infuus en raderdiertjes. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|