(Temminck & Schlegel, 1846) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vreedzame scholenvis die gehouden kan worden
samen met andere vreedzame vissen uit de gematigde zone.
Het aquarium moet aan de randen en achtergrond dicht worden
beplant, terwijl in het midden veel vrije zwemruimte moet
worden open gelaten. Het is belangrijk om een koelere
periode in te lassen met een temperatuur van ongeveer 15
graden. Van oorsprong komt deze vis uit Oost Azië,
maar wordt inmiddels ook in heel Europa aangetroffen.
Hij kan ook in een vijver gehouden worden. Het is een alleseter. Er kan dus gevarieerd gevoerd worden met levend, diepvries- en droogvoer. In de vrije natuur kweekt vermenigvuldigt deze vis zich redelijk snel. Gedurende de maanden mei tot en met juli zet het wijfje regelmatig eieren af. Na bevruchting worden de eieren door het mannetje bewaakt. Afhankelijk van de temperatuur komen de eieren na 7 tot 12 dagen uit. Als de jongen vrij zwemmen eten ze zoo-plankton. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems | ||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Leuciscus parvus, Pseudorasbora
parvus, Fundulus virescens, Micraspius mianowskii,
Pseudorasbora altipinna, Pseudorasbora depressirostris,
Pseudorasbora fowleri, Pseudorasbora monstrosa,
Pseudorasbora parva parvula, Pseudorasbora parva tenuis
|
||||||||||||||||||||||
© Copy-right en voorwaarden voor gebruik |