 |
(Trewavas, 1935) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||
|
Deze soort is zeer agressief. Het is dan ook het beste
om een mannetje met minimaal drie vrouwtjes te houden zodat
de agressie enigszins kan worden verdeeld. Het is ook
niet aan te raden ze samen te houden met kleinere soorten.
Het aquarium moet aan de randen en achtergrond worden
ingericht met stenen zodat holen en schuilplaatsen ontstaan.
Een territorium wordt ingericht. In de vrije natuur grazen deze dieren de rotsen af tussen de "aufwuchs" naar kleine eencelligen. In het aquarium kan men ze voer geven met een hoog plantaardig aandeel zoals spirulina. Voedsel met een hoog proteïnegehalte moet ten enen male vermeden worden omdat dan darmstoornissen kunnen optreden. De kweek is niet moeilijk. Een klein aantal eieren worden op een steen afgezet en onmiddellijk door het vrouwtje in de bek genomen waarna ze door het mannetje worden bevrucht met behulp van de eivlekmethode. Het vrouwtje trekt zich daarna terug tussen de rotsen om de eieren verder uit te laten komen. Na 25 dagen verlaten de jongen de bek en kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en wat later met fijngewreven (plantaardig) droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
Kevin Bauman |
|
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Melanochromis perspicax
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
