(Günther, 1894) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Ook ten opzichte van soortgenoten is deze vis niet zo
agressief. Het is echter wel aan te raden om een
mannetje met meerdere vrouwtjes te houden. Het
aquarium moet worden ingericht met stenen zodat veel
schuilplaatsen ontstaan. Een regelmatige flinke
waterverversing is noodzakelijk. Hoewel de soort een z.g. "aufwuchs"eter is, is hij toch redelijk eenvoudig over te wennen op ander voer zoals muggenlarven en Artemia. Ook diepvries- en droogvoer wordt geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Nadat de eieren zijn afgezet neemt het vrouwtje die in de bek. Ze worden vervolgens bevrucht met behulp van de eivlekmethode. Het is verstandig om het vrouwtje hierna uit te vangen en in een apart aquarium te zetten. Na 20-25 dagen worden de jongen uit de bek gelaten en zwemmen ze vrij. Zodra de jongen niet meer in de bek van de moeder terug komen kan de moeder ook beter uitgevangen worden. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Chromis williamsi, Tilapia williamsi,
Pseudotropheus williamsii
|
||||||||||||||||||||||
|