(Garman, 1895) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort mag zeker niet in een te klein aquarium worden
gehouden omdat hij dan agressief gaat reageren op zijn
mede-bewoners. Hij kan het beste in een
speciaalaquarium worden gehouden. Aan te bevelen is om
één mannetje met meerdere vrouwtjes te houden. Als er
meerdere mannetjes worden gehouden onderdrukt het dominante
mannetjes de overige mannetjes. Die verkommeren dan
snel. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Vooral vliegjes zorgen ervoor dat de vis prachtig uitkleurt. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden voortdurend afgezet en bevrucht tussen fijnbladerige planten zoals javamos. Ook kan turfmolm worden gebruikt om eieren af te zetten. Iedere veertien dagen kan het mos cq turfmolm verwijderd worden. Het mos moet zachtjes worden uitgeknepen en vochtig worden bewaard gedurende 3-4 maanden bij een temperatuur van 25-30 graden. Na het opgieten van vers water komen de jongen onmiddellijk uit. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. Als ze vaak worden gevoerd en het water wordt regelmatig ververst groeien de jongen zeer snel. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vasco Gomes |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pterolebias bokermanni, Rivulichthys luelingi,
Pterolebias luelingi IUCN Red List Status : Niet beoordeeld Van deze vis hebben wij nog geen artikelen beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
||||||||||||||||||||||
|