(Pellegrin, 1927) |
||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Een mannetje van deze soort moet gehouden worden met tenminste drie vrouwtjes. De soort is zeer agressief wat bij een te klein aquarium met onvoldoende schuilmogelijkheden tot de dood zal leiden van de zwakkere. Het aquarium moet dan ook worden ingericht met stenen zodat holen ontstaan.
De soort eet graag levend voer maar ook plantaardige kost in de vorm van sla of spinazie wordt graag geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 50 eieren worden afgezet op een platte steen. Het vrouwtje neemt de eieren in de bek en die worden met behulp van de eivlekmethode bevrucht. Het vrouwtje houdt de jongen wel 3 weken bij zich en eet in die tijd niet. |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|