(Poll, 1939) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Als het aquarium niet goed is ingericht is deze soort
tamelijk agressief ten opzichte van zijn medebewoners.
Het aquarium moet aan de randen en achtergrond dicht worden
beplant. Verder moeten door middel van stenen,
kienhout en wortels voldoende holen en schuilplaatsen worden
gemaakt. In het midden moet een groot stuk bodem vrij
zijn en voorzien zijn van fijn grind. Er moet een
krachtige stroming aanwezig zijn en een regelmatige flinke
waterverversing wordt zeer op prijs gesteld. Een
gedempte verlichting is noodzakelijk. Als voedsel moet krachtig levend voer worden gegeven in de vorm van muggenlarven en encytreeën. Ook voertabletten worden graag gegeten. De kweek is niet eenvoudig. Een goed bij elkaar passend koppel is noodzakelijk. Tot honderd eieren worden in een hol afgezet en bevrucht. De eieren worden door het vrouwtje verzorgd en bewaakt terwijl het mannetje het territorium verdedigt. De jongen komen na een vijftal dagen uit en nog eens een week later zwemmen ze vrij. Na ongeveer veertien dagen verlaten ze voor het eerst het hol. Vanaf dat moment worden ze door beide ouders verzorgd. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Gobiochromis tinanti, Leptotilapia tinanti
|
||||||||||||||||||||||
|