(Brind, 1918) |
|||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Deze vis moet paarsgewijs gehouden worden. Hij is t.o.v. kleinere soortgenoten redelijk agressief, zo ook tijdens de paartijd t.o.v. andere vissen. Een territorium wordt ingericht. Tijdens de paartijd wordt de bodem ook flink omgewoeld en worden planten niet met rust gelaten. De bodem moet bestaan uit fijn zand en er moeten met stenen en kienhout voldoende schuilplaatsen geboden worden.
Het is een alleseter, dus er moet voor voldoende variatie gezorgd worden. De kweek is vrij eenvoudig. De 100-500 eieren worden op stenen afgezet. Als de jongen uitkomen worden ze door de ouders in kuilen ondergebracht. Beide ouders verzorgen de jongen. |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Thorichthys helleri meeki, Cichlasoma meeki,
Herichthys meeki, Cichlasoma hyorhynchum IUCN Red List Status : Niet beoordeeld Van deze vis hebben wij inmiddels een artikel beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
|||||||||||||||||||||||||
Met dank aan A.V. de Discus Leerdam |
|