(Regan, 1920) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tamelijk vreedzame vis, die weliswaar een territorium in
stand houdt, maar dit niet zo fel verdedigt als andere
cichliden. Er kunnen meerdere exemplaren in een
aquarium worden gehouden. Het aquarium moet aan de
zij- en achterkant worden ingericht met stenen zodat
schuilplaatsen en holen ontstaan. Aan de voorzijde
moet een brede zone met een fijne zandbodem worden
aangelegd. Het is een alleseter. Het voedsel wordt verzameld uit de modder van de bodem. Er moet dus gezorgd worden voor voldoende variatie in het menu. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek in het aquarium is niet eenvoudig en is ook nog niet vaak gelukt. Tot 100 eieren worden in holen afgezet en bevrucht. De eieren worden daarna door het vrouwtje in de bak genomen. Na enige tijd neemt het mannetje ook deel aan deze broedzorg en neemt ze dus ook in de bek. De jongen kunnen worden groot gebracht met infusoriën en Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Limnochromis otostigma, Pelmatochromis auritus
|
||||||||||||||||||||||
|