(Heckel, 1840) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort moet paarsgewijs worden gehouden. Buiten de
paartijd zijn het rustige en vreedzame, af en toe wat schuwe
vissen. Ze schrikken snel en reageren dan met
plotselinge kleurwisselingen en paniekachtig zwemmen.
Het aquarium moet worden ingericht met voldoende
schuilplaatsen. Dit kan bereikt worden met stevige
planten, kienhout en wortels. Een territorium wordt
ingericht. Een goede filtering is noodzakelijk. Het zijn alleseters met een voorkeur voor krachtig voer in de vorm van bv runderhart. Over de kweek was tot voor kort weinig bekend. Men dacht dat het muilbroeders waren. Nu is gebleken dat het substraatbroeders zijn. De eieren worden op een vlakke steen afgezet. De eerste dagen is de broedzorg voornamelijk voor het vrouwtje, terwijl het mannetje het territorium voor zijn rekening neemt. Na drie dagen komen de jongen uit. Ze worden dan door beide ouders regelmatig van schuilplaats verwisseld. Nog eens 4 dagen later zwemmen de jongen vrij. Ze worden dan nog geruime tijd door beide ouders verzorgd. Ze kunnen vrij eenvoudig worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Van deze vis hebben wij nog geen artikelen beschikbaar. Als u een artikel geschreven hebt, en u wilt dat publiceren op deze pagina, stuur ons dan een mailtje. |
||||||||||||||||||||||
© Copy-right en voorwaarden voor gebruik |