(Gill, 1858) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Relatief vreedzame vis die paarsgewijs gehouden moet worden en een territorium inricht. Planten worden over het algemeen gespaard. De bodem moet uit niet te fijn grind bestaan en er moeten voldoende schuilgelegenheden zijn door gebruik ban stenen en kienhout.
Het beste is om deze vis afwisselend levend voer te geven. Droogvoer met mate geven. De kweek is zeer eenvoudig. De eieren worden op stenen afgezet. De jongen worden door beide ouders zorgvuldig verzorgd en bewaakt. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|