(Boulenger, 1898) |
||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
Deze vis richt weliswaar een territorium in maar is ten opzichte van andere vissen van gelijke grootte redelijk vreedzaam. Kleinere vissen worden dikwijls als voedsel gezien. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen ontstaan. De soort woelt niet in de bodem en laat de planten over het algemeen met rust.
Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Ze eten graag kleine vissen. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 300 eieren worden in holen afgezet en door de moeder verder verzorgd en bewaakt. Het mannetje bewaakt het territorium. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|