 |
(Günther, 1864) |
|
|||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens
|
|||||||||||||||||||||
 |
 |
||||||||||||||||||||
 |
|||||||||||||||||||||
 |
|
||||||||||||||||||||
| Deze dieren moeten paarsgewijs gehouden worden, daar ze ten opzichte van andere vissen vrij onverdraagzaam zijn. Vooral in de paartijd woelen ze de sterk in de bodem. Het is noodzakelijk dat er voldoende zwemruimte aanwezig is. Een ruime bak met voldoende schuilmogelijkheden wordt op prijs gesteld.
Het geslachtsonderscheid is bij volwassen dieren duidelijk. De mannen zijn wat groter, hebben een duidelijke vetbult op het voorhoofd en langere vinnen. De kweek is vrij eenvoudig (temperatuur iets hoger) en afwisselend krachtig levend voer wordt op prijs gesteld. |
|||||||||||||||||||||
|
Foto beschikbaar gesteld door : |
|||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
 |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
