 |
(Gosse, 1966) |
|
||||||||||||||||||||
 |
 |
 |
 |
|||||||||||||||||||
| Verklaring van de tekens
|
||||||||||||||||||||||
 |
 |
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
|
|
|
|||||||||||||||||||||
|
Tamelijk robuuste soort die dus vrij veel ruimte nodig
heeft. In een te klein aquarium is hij zeer agressief. Hij kan het beste samengehouden worden met
andere forse vissen. Een territorium wordt ingericht. Het aquarium moet worden ingericht met stenen,
wortels en kienhout en een zandige bodem. Bij lagere
temperaturen zijn ze enigszins gevoelig voor infecties.
Een enigszins gedempt licht doet de kleuren beter tot hun
recht komen. Het is een alleseter. Er moet dus gezorgd worden voor voldoende variatie op het menu. De kweek is bij een goed bij elkaar passend stel redelijk eenvoudig. Bij wat hogere temperaturen worden veel eieren afgezet. Beide ouders bemoeien zich met de broedzorg. De jongen zijn eenvoudig groot te brengen met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
|
AquaMoJo |
|
|||||||||||||||||||||
 |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||
