(Ladiges, 1938) |
|||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Een kleine, vreedzame scholenvis, die in goed verzorgde gezelschapsaquaria thuis hoort. Hij moet in gezelschap gehouden worden met vissen die ook rustig zijn. Het water moet zacht zijn.
Als voer komt in aanmerking klein levend voer en droogvoer. De kweek is niet echt eenvoudig. De vissen zijn nogal kieskeurig in de keuze van de partners. De beste resultaten worden verkregen met wat oudere dieren. Het in goede conditie brengen duurt een tijdje totdat het vrouwtje als het ware barst van de eieren. Het beste is dan om 2 mannetjes in te zetten. Fijnbladerige planten moeten aanwezig zijn. Na uitkomen moeten de jongen overvloedig met infuus worden gevoerd, en daarna Artemia-naupliën. Kweektemperatuur 27 º. |
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
|