(Bean, 1892) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vrij robuuste soort die vooral in de paartijd vrij agressief
kan zijn ten opzichte van medebewoners. Hij moet dan
ook samen gehouden worden in gezelschap van andere niet al
te kleine vissen. Het aquarium moet worden ingericht
met stenen, wortels en kienhout zodat schuilplaatsen
ontstaan. De bodem moet bestaan uit fijn zand en
alleen stevige, goed verankerde planten kunnen worden
gebruikt als decoratie. Het is aan te raden om een
zestal jonge exemplaren aan te schaffen zodat er zich een
paar vormt. De overige vissen moet moet men daarna
verwijderen. Als voer moet fors levend voer worden gegeven. Ook diepvries- en droogvoer wordt geaccepteerd. Ook plantaardige kost mag niet op het menu ontbreken. Voorzichtig zijn met runderhart en tubifex. De kweek is bij een goed passend koppel tamelijk eenvoudig. Tot 300 eieren worden op een afzetsubstraat dat enigszins verstop ligt afgezet en bevrucht. Na 3-4 dagen komen de jongen uit en worden ze in broedkuilen onder gebracht. Beide ouders houden zich geruime tijd intensief met de broedzorg bezig. Een goed koppel kan meerdere legsels per jaar groot brengen. |
||||||||||||||||||||||
Brian Traas |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Acara bartoni, Cichlasoma bartoni
|
||||||||||||||||||||||
|