(Lewis, 1982) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort is alleen tijdens de broedtijd agressief.
Het is aan te bevelen om bij een mannetje meerdere vrouwtjes
te houden zodat de agressie enigszins verdeeld kan worden.
Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat
schuilplaatsen en holen ontstaan. Een regelmatige
waterverversing en flinke filtering worden zeer op prijs
gesteld. Het is een alleseter zodat er volop gevarieerd kan worden op het menu. Algen mogen ook niet ontbreken. Diepvries- en droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 60 eieren worden afgezet en door het vrouwtje onmiddellijk in de bek genomen. Ze worden daarna bevrucht door middel van de eivlekmethode. De jongen verlaten na 3 weken de bek van de moeder. Tot die tijd verbergt de moeder zich tussen de rotsen. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|