(Boulenger, 1901) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Rustige, tamelijk vreedzame vis die alleen ten opzichte van
soortgenoten tijdens de paartijd tamelijk agressief is.
Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen
ontstaan. Aan de randen kan het aquarium ook worden
beplant. Een bodem van fijn zand is noodzakelijk. Een
groot gedeelte van die bodem moet worden vrij gelaten.
Een territorium wordt ingericht.
Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. Over de kweek in het aquarium is weinig bekend. Het zouden muilbroeders zijn waarbij als hoge uitzondering beide ouders de broedzorg op zich nemen. Tot 300 eieren worden in een broedkuil afgezet en bevrucht. De eieren worden beurtelings en ook gelijktijdig door beide ouders in de bek genomen. Na het vrij zwemmen worden de jongen nog ongeveer een maand door beide ouders verzorgd en bij gevaar opnieuw in de bek genomen. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Jan Bukkems |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Paratilapia aurita, Pelmatochromis auritus,
Limnochromis auritis
|
||||||||||||||||||||||
|