(Pellegrin, 1900) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Tamelijk agressieve soort die paarsgewijs moet worden
gehouden en vooral in de paartijd een vrij groot territorium
in stand houdt. Het aquarium moet ingericht worden met
stenen zodat holen ontstaan en een dichte randbeplanting.
aangezien de soort nogal in de bodem woelt, is het
verstandig deze planten goed te verankeren. Een
regelmatige waterverversing wordt zeer op prijs gesteld. Als voedsel moet levend voer worden gegeven. Diepvries- en droogvoer worden ook geaccepteerd. De kweek is bij de juiste watersamenstelling redelijk eenvoudig. Tot 60 eieren worden in een hol (bv een omgekeerde bloempot) afgezet en bevrucht. De eieren en larven worden door het vrouwtje verzorgd terwijl het mannetje het territorium verdedigt. Na het uitkomen bemoeit het mannetje zich ook met het verzorgen van de jongen. Die kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en wat later met fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Ariel Bornstein |
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Pelmatochromis dimidiatus, Nanochromis
dimidiatus, Nannochromis dimidiatus, Pseudoplesiops nudiceps
|
||||||||||||||||||||||
|