(Trewavas & Poll, 1952) |
||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
Deze vis dient paarsgewijs gehouden te worden. Aangezien de dieren onderling vrij agressief zijn is het aan te raden om slechts 1 paartje te houden. Het aquarium moet ingericht worden met stenen zodat holen ontstaan. De bodem moet uit fijn zand bestaan en planten worden met rust gelaten. Een territorium wordt ingericht.
Als voedsel kan het beste krachtig levend voer worden gegeven in de vorm van Artemia en muggelarven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. Tot 150 eieren worden in een hol afgezet. Het vrouwtje bemoeit zich met het verdedigen van het hol en het mannetje verdedigt het territorium. |
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||||
Synoniem : Lamprologus christyi
|
||||||||||||||||||||||||
|