(Poll, 1956) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze relatief vreedzame vis is alleen tegen overtallige jongen en ongewenste vrouwtjes enigszins agressief. De bak kan het beste ingericht worden met stenen zodat holen ontstaan. De vis graaft niet in de bodem.
Als voer wordt alleen levend voer geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. De vis is monogaam. De eieren worden afgezet in holen, waarbij het vrouwtje de eieren en de jongen bewaakt, terwijl het mannetje de verdediging van het territorium op zich neemt. De jongen zijn enigszins gevoelig voor waterverontreiniging. Ze zijn groot te brengen met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Lamprologus leleupi melas, Neolamprologus
leleupi melas, Lamprologus leleupi, Lamprologus leleupi
leleupi, Neolamprologus leleupi leleupi
|
||||||||||||||||||||||
|