(Poll, 1978) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Ten opzichte van soortgenoten is deze vis redelijk
agressief, maar jegens andere soorten tamelijk vreedzaam.
Het is dan ook aan te bevelen deze soort paarsgewijs te
houden. Het aquarium moet ingericht worden met stenen
zodat holen en schuilplaatsen ontstaan. Aangezien
planten met rust worden gelaten kunnen deze ook ter
decoratie worden gebruikt. De bodem moet uit fijn zand
bestaan. Als voer moet levend voer worden gegeven in de vorm van bv Artemia, muggenlarven en Mysis. Diepvries- en droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is niet al te moeilijk. Tot 50 eieren worden in in hol afgezet en bevrucht. Het vrouwtje verzorgt de eieren en later de larven en de jongen. Het mannetje bemoeit zich met het verdedigen van het territorium. De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniem : Lamprologus obscurus
|
||||||||||||||||||||||
|