(Trewavas, 1933) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Over het algemeen vrij rustige, vreedzame soort die het
beste kan worden samen gehouden met andere rustige cichliden.
Het aquarium moet worden ingericht met stenen en wortels
zodat schuilplaatsen ontstaan. In het midden moet veel
vrije zwemruimte worden open gelaten. Enige vlakke
stenen als afzetsubstraat worden op prijs gesteld.
Aangezien het grote planteneters zijn kunnen planten niet
als decoratie worden gebruikt. In de vrije natuur kan
deze vis geruime tijd overleven in belangrijk warmer water.
Ze mogen dus niet te koud worden gehouden. Het zijn grote alleseters. Er moet dus volop variatie in het menu worden gebracht terwijl ook plantaardige kost zeker niet op het menu mag ontbreken. De kweek is niet moeilijk. Tot 100 eieren worden op een substraat of een kuil afgezet en bevrucht. Daarna worden de eieren door het vrouwtje in de bek genomen. Na 23 dagen verlaten de jongen voor het eerst de bek maar worden bij gevaar en 's nachts nog geruime tijd terug genomen. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Tilapia leucosticta, Sarotherodon leucosticta,
Sarotherodon leucostictum, Sarotherodon leucostictus,
Oreochromis leucostrictus, Tilapia leucostica, Tilapia
trewavasae
|
||||||||||||||||||||||
|