(Ribbink & Lewis, 1982) |
|||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | |||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Als u deze soort wilt houden is het verstandig om een
mannetje te houden met meerdere vrouwtjes. Het
aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen en
schuilplaatsen ontstaan. Verder kunt u snel groeiende,
harde planten gebruiken (zoals reuzenvallisneria). Er
moet ook voldoende vrije zwemruimte zijn. Van een
territorium is nauwelijks sprake. Aangezien het grote
eters zijn en dus veel afval produceren is een krachtig
filter noodzakelijk. Ook is het aan te raden
regelmatig een groot gedeelte van het water te verversen. Het is een grote alleseter. Er moet dus voor voldoende variatie worden gezorgd. Het is belangrijk in de gaten te houden dat ze niet te veel eten. Hierdoor kunnen spijsverteringsproblemen ontstaan. De kweek is redelijk eenvoudig. Nadat de 20-60 eieren zijn afgezet worden ze door het vrouwtje in de bek genomen en door het mannetje bevrucht met behulp van de eivlekmethode. De jongen verlaten na 20-24 dagen voor het eerst de bek van de moeder. Ze zijn dan al groot genoeg voor Artemia-naupliën en fijngewreven droogvoer. |
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||
Synoniemen : Melanochromis crabro, Maylandia crabro
|
|||||||||||||||||||||
|