(Bleeker, 1868) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Deze soort kan het beste in een groepje van 5-7 exemplaren
worden gehouden. Als ze alleen of paarsgewijs worden
gehouden, dan worden ze zeer agressief ten opzichte van
andere vissen. Het aquarium moet worden ingericht met
stenen zodat holen ontstaan. De bodem moet bestaan uit
fijn zand. Planten kunnen niet gebruikt worden.
Ze zijn nogal warmtebehoeftig. In sommige gedeeltes
van Madagaskar is dit een bedreigde soort. In het wild zijn het mosseleters, maar ze zijn vrij eenvoudig te wennen aan een gemixt dieet van levend en droogvoer. De kweek is tamelijk eenvoudig. De eieren worden afgezet en bevrucht in een tevoren gegraven broedkuil. Na 8-10 dagen komen de jongen uit en worden ze verder verzorgd door beide ouders. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Cichlids forever |
|
|||||||||||||||||||||
Synoniemen : Tilapia oligacanthus, Ptychochromis oligocantus
|
||||||||||||||||||||||
|