(Poll, 1974) |
||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
Deze vis is uitstekend geschikt om samen te houden met andere cichliden uit het Tanganyikameer, zoals Julidochromis- en Lamprologussoorten. Het aquarium moet ingericht worden met stenen zodat holen ontstaan. Planten worden over het algemeen met rust gelaten. Een territorium wordt ingericht.
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven. Het is mogelijk dat na gewenning ook droogvoer wordt geaccepteerd. De kweek is met wildvangexemplaren nog maar zelden gelukt. Tot 120 eieren worden in een hol afgezet en bevrucht. Na 2-4 dagen komen de eieren uit en nog eens 8-10 dagen later zwemmen de jongen uit. De jongen kunnen met Artemia-naupliën worden groot gebracht. Ze blijven nog geruime tijd in het territorium van de ouders, waardoor ze beschermd worden. |
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||
|