(Staeck, 1980) |
||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
Vreedzame cichlide die wel een territorium inricht. (ook buiten her broedseizoen) Hij kan goed met andere vissen samen gehouden worden. Het aquarium moet worden ingericht met stenen en kienhout zodat schuilgelegenheden ontstaan. Verder moet het aquarium aan de randen en achtergrond dicht worden beplant. Wel moet er veel vrije zwemruimte worden over gelaten. Een donkere bodem doet de kleuren van deze vis beter tot hun recht komen. Het is noodzakelijk om regelmatig veel water te verversen.
Als voer moet krachtig levend voer worden gegeven. Droogvoer wordt ook geaccepteerd. De kweek is bij een goed harmoniërend stel vrij eenvoudig. Tot 150 eieren worden afgezet en na bevruchting door het vrouwtje in de bek genomen. Het vrouwtje trekt zich terug en wordt nu beschermd door het mannetje. Na een week worden de jongen overgedragen aan het mannetje die ze ook weer een week in de bek houdt. Daarna zwemmen de jongen vrij maar worden nog wel een paar weken door de ouders beschermd. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||
|