(Lewis, 1982) |
||||||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||||||
Foto beschikbaar gesteld door :
|
|
|||||||||||||||||||||||||
Een mannetje van deze soort moet met meerdere vrouwtjes worden gehouden. Het aquarium moet worden ingericht met stenen zodat holen ontstaan. Een zandige bodem is aan te bevelen. Hij kan worden samen gehouden met andere niet te grote cichliden uit het Malawimeer.
Het is een alleseter, dus er moet voor voldoende variatie worden gezorgd. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden in een kuil afgezet en onmiddellijk door het vrouwtje in de bek genomen. Daarna worden ze bevrucht mbv de eivlekmethode. Na twee weken verlaten de jongen de bek van de moeder en zijn dan al zo groot dat ze fijngewreven droogvoer kunnen eten. |
||||||||||||||||||||||||||
Synoniem : Labidochromis chisumluae
|
||||||||||||||||||||||||||
|