(Johnson, 1974) |
||||||||||||||||||||||
Verklaring van de tekens | ||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Vrij onverdraagzame soort ten opzichte van soortgenoten. Een mannetje met meerdere vrouwen samen houden. Het aquarium moet ingericht worden met stenen zodat schuilplaatsen ontstaan. De soort woelt niet in de bodem en laat de planten over het algemeen met rust.
Deze soort heeft een voorkeur voor levend voer, maar is ook over te wennen op droogvoer. Als bijvoer wordt ook plantaardig voer in de vorm van algen en spinazie geaccepteerd. De kweek is redelijk eenvoudig. De eieren worden na het afzetten in de bek genomen en met de behulp van de eivlekmethode bevrucht. Na een week verlaten de jongen de bek en zijn groot te brengen met Artemia-naupliën. |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Synoniemen : Labidochromis joanjohnsonae, Melanochromis
joanjohnsonae, Labidochromis joanjohnson, Melanochromis
exasperatus, Labidochromis exasperatus, Labidochromis
caeruleus likomae, Labidochromis textilis
|
||||||||||||||||||||||
|